Hitte, haast en heimwee
Het is windstil, de lucht trilt boven het hete asfalt. Ik zoef naar de stad. Als ik van mijn fiets stap, breekt het zweet me in volle hevigheid uit. Mijn afspraak grapt over Spaanse temperaturen, net als iedereen die ik deze week tref. Welkom in Nederland.
Mijn schoonmoeder vierde eind juni haar 85e verjaardag. Die heugelijke gebeurtenis grepen we aan om een week in het vaderland te blijven, want er moesten ook nog praktische zaken geregeld worden. Zo brachten we een bezoek aan de notaris en regelden bij de gemeente Nijmegen nieuwe paspoorten en identiteitsbewijzen, zodat we daarmee de Nederlandse ambassade in Madrid konden omzeilen die niet bepaald bekendstaat om zijn warme ontvangst en soepele afhandeling. Er was ook tijd voor gezelligheid. We kletsten bij met familie en vrienden tijdens koffie-, lunch- en borreldates, slenterden door het stadscentrum van Nijmegen en klommen naar het dak van de Stevenskerk voor een 360 graden uitzicht op de stad. Zoals bij elk bezoek aan Nederland regen de dagen zich met afspraken aaneen. Per bus, fiets of auto verplaatsten we ons in allerijl van rendez-vous naar rendez-vous. Met het zweet op de rug.
De natie pufte onder code rood. Er waren hitteplannen van kracht, airco’s draaiden overuren, er werd gemopperd, gezwommen en gebarbecued. Op de radio klonk de nieuwe zomersingle van Jan Smit. Ik voelde me allesbehalve tranquilo, tranquilooooo. In Spanje is de warmte reden om je tempo aan te passen en mee te bewegen met de omstandigheden. Dat betekent werken zodra de dag kriekt, uitrusten wanneer de zon brandt, om later op de avond de draad weer op te pakken. Dat vraagt om een bepaalde mate van overgave, iets waar ik best even aan moest wennen als ik tijdens de siësta voor de zoveelste gesloten winkeldeur stond. In de Lage Landen draait alles gewoon door, en jij draait blindelings mee. Tijdens dit bezoek merkte ik weer hoe snel ik in dat oude patroon schoot, maar ook dat het me meer energie kostte dan vroeger.
Wat me telkens opvalt als we even terug zijn, is hoe snel alles weer zo vertrouwd voelt. Ik klets met mijn vriendinnen alsof we elkaar de dag ervoor nog hebben gezien. Ik blijf van Nijmegen houden, van het weelderige groen van Heumensoord, het naar de stad fietsen over de St. Annastraat, de Waalbrug en de Grote Markt. Tegelijkertijd beland ik in een gejaagdheid die me niet meer past. Als mijn bruin leren colbertje dat na jaren trouwe dienst een maatje te klein is. Ik verlang terug naar de tijd dat ik er de blits mee maakte, maar weet ook dat mijn nieuwe jas me eigenlijk mooier staat. Het is heimwee met een gespleten persoonlijkheid.
Een week later vlogen we terug naar Málaga. Dankzij een fikse vertraging stapten we om half 4 ’s nachts over de drempel van onze finca. Oververhit, oververmoeid, maar thuis. Misschien is dat wat emigreren met je doet. Dat je niet alleen een nieuw land leert kennen, maar dat je de plek waar je vandaan komt door een nieuwe bril bekijkt.